En toen was de kampweek weer voorbij. We hebben veel meegemaakt en de komende dagen zullen we daar ook nog meer over delen.
Afgelopen zaterdagochtend zijn alle kinderen weer naar hun eigen huis en dorpen vertrokken. Terug naar situaties waar wij ze eigenlijk het liefst zo ver mogelijk vandaan willen houden. Er is nog zat ruimte in onze koffers.. Daar passen er echt nog wel een paar in. Maar helaas, de realiteit is dat we ze terug sturen naar situaties die wij onze ergste vijanden soms nog niet zouden wensen. Erg moeilijk, vooral ook omdat wij het eigenlijk allemaal zo goed hebben. Busje voor busje vertrekken ze weer, richting hun ouders en familie. We hopen dat we deze week zaadjes geplant mogen hebben die op verschillende plekken in goede aarde mogen vallen. Tot het laatste busje de hoek om rijdt en het helemaal stil wordt op het terrein. Na dagen van geschreeuw, gelach en gehuil is het stil. Iedereen is naar huis. Toch? Of.. Wie loopt daar eigenlijk? Waarom is zij nog niet naar huis?
Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God…
Marina was achtergebleven en met een wel heel goede reden. Vorig jaar had zij al veel interesse getoond in God en wilde zij heel graag mee naar de kerk. Ze woont in een dorpje, met de bus, een uur rijden verderop. En deze bus rijd maar ééns in de twee uur. Marina wilde zo graag naar de kerk dat zij om 8 uur ’s ochtends al voor de deur stond, terwijl de kerk pas om 10 uur begon. En dan klagen wij soms al als de kerk misschien vijf minuten ’te lang’ duurt.
Afgelopen week had Marina aangegeven dat ze in God geloofde en haar leven aan Jezus wilde geven. Nadat alle kinderen naar huis gestuurd waren die ochtend zijn we met het hele team en met Marina naar het meer een stukje verderop gegaan. Hier hebben we Marina naar haar getuigenis mogen dopen. Nadat Marina uit het water kwam en het team haar wilde feliciteren met haar keuze was ze ons allemaal te snel af. Ze rende zo snel ze kon naar ons allemaal toe om ons een knuffel te geven, terwijl ze uitroep: “Hallo mijn broeder” of “Hallo mij zuster”. Wat een zegen om deze vreugde met haar te kunnen delen. We prijzen God voor haar keuze!